Bij het hoofdstuk ‘toonafstanden’ kwam het onderwerp toonladders al kort aan de orde. Omdat toonladders erg belangrijk zijn bij het noten leren lezen vind je op deze pagina een uitgebreide beschrijving. Maar wat is nu precies een toonladder? Een toonladder is een reeks van toonhoogten die zowel dalend als stijgend kunnen zijn. Daarnaast wordt een toonladder ook wel omschreven als een rij van toonafstanden (intervallen). De toonladders die je tegenkomt op de notenbalk zullen in de meeste gevallen een soortgelijke opbouw hebben, maar bij moderne composities wil dit nog weleens verschillen. Hieronder gaan we in op de verschillende soorten toonladders:
Inhoudsopgave
Majeur toonladder
We weten inmiddels dat de toonafstand ‘heel’ kan zijn maar ook ‘half’. Deze toonafstand geldt zowel voor de relatieve als de absolute notennamen. Het is nu vooral belangrijk om de structuur te herkennen van de ‘toonafstanden van notennamen’. Zo noemt men de volgende reeks toonafstanden een ‘majeur toonladder’: 1 – 1 – ½ – 1 – 1 – 1 – ½. Bij een toonladder is het ook van belang dat je weet wat de ‘grondtoon’ is. Dit is eigenlijk gewoon de stamtoon die aan het begin en eind van een reeks is terug te vinden. Meestal is dit de centrale c of C.
Mineur toonladder
Naast de majeur toonladder kennen we ook nog de ‘mineur toonladder‘, welke behoort tot de meest gebruikte toonsoorten in westerse muziekstukken. De mineur toonladder wordt ook wel omschreven als de ‘kleinetertstoonladder’, omdat deze vaak is opgebouwd op basis van het interval de terts. In tegenstelling tot de majeur kom je de mineur vaak tegen bij droevige muziek. Daarnaast staat mineur voor: mindere of kleinere. We onderscheiden de volgende varianten van de mineur op basis van de toonafstanden:
- Natuurlijke mineur: 1 – ½ – 1 – 1 – ½ – 1 – 1
- Harmonisch mineur: 1 – ½ – 1 – 1 – ½ – 1½ – ½
- Melodisch mineur: 1 – ½ – 1 – 1 – 1 – 1 – ½
Verschil tussen toonsoort en toonladder
Vaak is er verwarring tussen de toonsoort en toonladder. Dit heeft onder andere te maken dat beide nauw met elkaar verbonden zijn, maar toch heel wat anders betekenen. De volgende definitie gebruikt men om een toonsoort te omschrijven: het totaal van harmonische en melodische gevolgen met de stamtoon welke hoort bij het patroon van halve en hele toonafstanden. Net als bij de toonladder is deze stamtoon erg belangrijk en wordt dan ook de grondtoon genoemd. Tevens is de grondtoon ook de fundering voor het patroon van de toonafstanden. Wanneer men de stamtoon ‘C’ als uitgangspunt neemt vormt deze samen met de toonladder de naam van de toonsoort. Hieronder twee voorbeelden:
- C + majeur toonladder = C-majeur of C-groot
- C + mineur toonladder = c-mineur of c-klein
Het verschil tussen beide zit hem dus niet in de grondtoon, maar wel in het patroon van de toonafstanden.
Leuke site!